Rondom vaccineren

Titeren om te weten of vaccineren zinvol is en wat homeopathie toe kan voegen

Algemeen:

Als een dier geboren wordt krijgt het antistoffen van de moeder mee. Zo is het in de eerste maanden beschermd tegen allerlei invloeden van buiten.

Vanaf een week of 6 gaan de pups en kittens hun eigen immuunsysteem ontwikkelen en eigen antistoffen maken. Die van de moeder verdwijnen langzaam aan uit het lichaam.

Als de moederlijke antistoffen uit het lichaam van het jonge dier zijn verdwenen, is het tijd voor een eigen vaccinatie om zelf antistoffen tegen een aantal ziekten aan te maken.

Met name Parvo is een virus waar pups antistoffen tegen nodig hebben.

Een besmetting met het Parvo virus kan het jonge lichaam snel ernstig verzwakken.

Voor kittens begint je met vaccinatie tegen leucose en later volgen niesziekte en kattenziekte.

Een vaccinatie slaat echter niet aan als het jong nog antistoffen van de moeder heeft.

Ook later blijkt dat een hervaccinatie minder goed kan aanslaan als er nog voldoende antistoffen tegen het betreffende virus aanwezig zijn. Bovendien is vaccineren als er nog antistoffen zijn, volkomen overbodig en belastend.

Wat is titeren:

Bij titeren wordt er een klein beetje bloed van de hond of de kat afgenomen. Met behulp van een test wordt gekeken welke antistoffen er (nog) aanwezig zijn en welke niet.

Het gaat voor de hond om antistoffen tegen hondenziekte, Parvo en hepatitis. Op een bijbehorende strip met vier stippen wordt afgelezen of er voldoende antistoffen aanwezig zijn. De bovenste stip is de controle stip. Stippen met dezelfde kleur of donkerder, geven aan dat er antistoffen aanwezig zijn. Hoe donkerder de stip, des te meer antistoffen aanwezig zijn. Een stip die lichter is geeft aan dat er tegen dat virus te weinig antistoffen zijn.

Bij Katten kan er gekeken worden naar antistoffen tegen niesziekte (calici en herpes) en kattenziekte (panleukopenia)

Bij honden is Parvo (de middelste stip) de belangrijkste om als eerste goed in orde te hebben. Hepatitis komt eigenlijk niet meer voor en hondenziekte kan nog voorkomen bij honden die uit het buitenland komen, dus daarmee komt een dier minder snel in aanraking.

Weil en evt kennelhoest worden niet getiterd omdat die vaccinaties maar kort werken.

Wat is handig om te doen:

Pups:

Bij pups is het handig om vanaf de leeftijd van zes weken een titer uit te voeren om te bepalen of er nog antistoffen zijn. Dat herhaal je Vier weken later nog eens. Op het moment dat de antistoffen die zijn verkregen van de moederhond uit het lichaam van de pup zijn verdwenen kan een vaccinatie Parvo worden uitgevoerd. Er is verschil in een puppy vaccinatie en een latere vaccinatie om de belasting laag te houden. De andere twee kunnen niet los gevaccineerd worden, dus die geef je afhankelijk van de titeruitslag als coctail wanneer dat nodig is. Vier weken na de vaccinatie kun je laten bepalen of de vaccinatie heeft geleid tot het aanmaken van antistoffen. Tussentijds vaccineer je niet.

Kittens:

Voor kittens is gebleken dat ze vaak tot 12 weken bescherming via de moeder hebben. Daarom kun je vanaf 12 weken wel een titer laten bepalen, maar alleen voor niesziekte en kattenziekte. Als er geen maternale antistoffen zijn kun je laten vaccineren.

Jaar oud:

Op de leeftijd van een jaar kan bepaald worden of de bescherming nog in orde is. Zo niet, dan vaccineer je in overleg met de titerende dierenarts dat wat wenselijk is. Vaak blijkt, als de puppy-vaccinatie op het juiste moment gegeven  is, de hond voor lange tijd goed beschermd is.

Voor katten kan de bescherming van kattenziekte goed gemeten worden. Die van niesziekte meet wel de hoeveelheid antistoffen, maar die geven niet duidelijk aan hoe goed het dier beschermd is.

Ouder:

Na controle op één jarige leeftijd jaar wordt geadviseerd om drie jaar later nog een keer te titeren, tenzij bv de Parvo stip erg licht van kleur is, dan titer je een jaar later nog eens om de bescherming opnieuw te controleren.

Als de stippen goed van kleur zijn kun je zelf beslissen of je drie jaar later opnieuw wilt titeren, bijvoorbeeld omdat je bij een kennel of wedstrijd moet aantonen dat de hond of kat beschermd is. Soms heb je door de spreiding van dierenarts bezoeken in het begin extra kosten, maar verdien je dat later weer terug door minder vaccinaties en minder gezondheidsklachten door belasting van te veel vaccinaties.

Het is veiliger om na een vaccinatie minimaal 2 weken te wachten met een andere chemische belasting bv tegen parasieten. Dan kan het immuunsysteem zich eerst richten op het maken van antistoffen tegen de bedoelde ziekten.

Geheugencellen:

Behalve antistoffen maakt je dier ook geheugencellen tegen een ziekte aan. Deze geheugencellen kun je niet meten, maar zij bieden langdurig bescherming. Geheugencellen worden weer actief en maken meteen antistoffen aan als het dier met de ziekte in aanraking komt.

Vaccineren:

Vaccineren is een mooi middel om dieren te beschermen tegen ernstige ziekten.

Onnodig vaccineren is echter belastend voor je dier. Er wordt gebruik gemaakt van hulpstoffen om de vaccinatie mogelijk te maken én de vaccinatie vindt via het weefsel plaats terwijl een virus normaal via de slijmvliezen binnen komt. De slijmvliezen werken als een eerste afweer tegen virussen en bacteriën en waarschuwen de rest van het lichaam om zich klaar te maken voor aktie. Dit deel wordt overgeslagen bij een vaccinatie. Dat is ook de reden dat er bepaalde stoffen met de vaccinatiestof worden mee gegeven zodat deze het lichaam dwingen tot aktie op de vaccinatie.

Hierdoor reageert een bepaald percentage van de dieren met vervelende klachten op de vaccinatie. Dat kan variëren van een paar dagen misselijk tot het triggeren van ernstiger aandoeningen die zich soms al snel en soms pas op latere leeftijd manifesteren.

Door te titeren kan een hond soms levenslang toe met slechts 1 enting op het juiste moment. Bij katten moet er mogelijk nog meer onderzoek gedaan worden dus overleg met je dierenarts wat het beste tijdstip voor een herhaling is.

Begeleiding bij een belast immuunsysteem hond, kat, paard.

Mocht een gevoelige hond, kat of paard een vaccinatie nodig hebben, dan is het mogelijk om dit met homeopathie en spagyriek te begeleiding.

Deze begeleiding is ten eerste gericht op het versterken van het immuunsysteem zodat de kans op een vervelende reactie op de vaccinatie, aanzienlijk kleiner wordt.

Verder kunnen organen als lever en nieren ondersteund worden zodat afvalstoffen beter worden afgevoerd.

Voor meer informatie over begeleiding bij alle soorten vaccinatie kun je contact met mij opnemen, dan stemmen we dat af op de situatie van het dier.

Deze vaccinatie begeleiding is mogelijk voor alle soorten vaccinatie en voor alle diersoorten.

In plaats van een vaccinatie kun je ook een een homeopathische profylaxe gebruiken. Dan wordt een homeopathisch middel ingezet dat gemaakt is van de ziekte, in combinatie met een spagyrisch middel dat het immuunsysteem activeert. Door deze behandeling maken dieren vele malen sneller antistoffen aan tegen een ziekte dan wanneer ze dat zelf zouden doen als ze de ziekte tegen komen. Hierdoor merk je niets of nauwelijks iets van een besmetting omdat ze de ziekte snel hebben afgeweerd.

Zorg in elk geval voor een gezond en fit dier als er gevaccineerd gaat worden.

Dierenartsen:

Er zijn steeds meer dierenartsen die een titermogelijkheid bieden. Als u zelf ook goed op de hoogte bent van de betekenis van de uitslag, hoeft u niet onnodig te laten vaccineren.

Meer info:

Kijk voor meer uitleg eventueel op : http://www.doggo.nl/artikelen/hond-en-gezondheid/titeren-veelgestelde-vragen/

Op dierbewust.nl staat een flayer vaccicheck

Op de facebook site van titeren met vaccicheck is op een kaart af te lezen welke dierenartsen zijn aangesloten en een titer kunnen uitvoeren.

Lyke

Terug naar Home

Terug naar Inhoudsopgave